Seksuele ontwikkeling

Seksualiteit komt voortdurend aan de orde, bij een aantal adolescenten al op privé en individueel niveau, maar zeker op het maatschappelijk, publieke niveau. De adolescenten kijken televisie en YouTube. Erotische uitdagingen komen voor in reclames, films, muziek etc.

De geseksualiseerde media bepaalt voor een belangrijk deel hoe de adolescenten over seksualiteit. Jongeren denken steeds vaker dat experimenteren met verschillende vormen van seks normaal is.

Er zijn in het verleden vel onderzoeken gedaan naar seksualiteit bij jongeren. Daaruit blijkt dat ongeveer 60% van de 15 tot 19 jarige meisje anticonceptie gebruiken. Bij de jongens tussen de 15 tot 19 jaar ligt dit  op 40 %. Naarmate de jongeren meer seksueel actief worden, wordt het gebruik van anticonceptie verminderd.  Een condoom wordt gezien als hinderlijke onderbreking.

In de onderzoeken is er aan de jongeren gevraagd hoe ze geïnformeerd zijn over seksualiteit. Hieruit blijkt dat de biologie leraar de grootste informatiebron is. Verder door praten met hun ouders en vrienden. Ook het internet wordt genoemd als informatiebron.

De opvattingen van jongens en meisjes over seksualiteit komen sinds een aantal jaren dichter bij elkaar te liggen. Geslachtsgemeenschap met iemand waar je niets voor voelt, wordt steeds vaker goedgekeurd.

Leerlingen van niet-Nederlandse afkomst zijn gemiddeld genomen nog een stuk terughoudender. Ook zijn er bij deze groep grotere verschillen te zien in de opvattingen over seksualiteit tussen jongens en meisjes en homoseksualiteit wordt minder geaccepteerd.

Er zijn veel verschillende aspecten van de seksuele ontwikkeling:
1. Lichamelijke verandering, biologische veranderingen.
De ene adolescent groeit sneller dan de ander, maar ze krijgen allemaal een keer een groeiversnelling. Groeiversnellingen bij meisjes treden op als ze tussen de 9,5 en 14,5 jaar oud zijn. bij jongens is dit tussen de 10,5 en 16 jaar.
Groeiversnellingen beginnen bij het hoofd en de ledematen. De romp komt later.  Deze groeiversnelling verklaart het slungelige lichaam en het niet onder controle hebben van je lichaam. Adolescenten stoten overal tegenaan en laten vaker dingen vallen.

De biologische verschillen en verschillen tussen jongens en meisjes, wordt in de hersenen bepaald. Wanneer de jongeren in de adolescentie periode komen komt er een stofje in de hersenen vrij, hormonen. Bij jongens is dit testosteron en bij meisjes oestrogeen. Deze hormonen veroorzaken de kenmerkende verschillen tussen jongens en meisjes.

2. Psychische verandering.

Al deze lichamelijke veranderingen hebben invloed op de psyche van de adolescenten. Dit wordt ook veroorzaakt doordat jongens en meisjes interesse krijgen voor elkaars lichaam.
In de huidige maatschappij wordt veel waarde gehecht aan het lichaam. Dit komt bij de adolescenten binnen via allerlei media. Er worden ideaalbeelden voorgehouden. Adolescenten zijn hierdoor veel met hun uiterlijk bezig.

Door de lichamelijke veranderingen en seksuele gevoelens kunnen de adolescenten het gevoel krijgen dat hij of zij niet langer dezelfde persoon is. De continuïteit is weg en dit kan hem of haar in verwarring brengen. ze ontwikkelen ideeën, gevoelens en houdingen tegenover hun veranderende lichaam. deze indrukken heten lichaamsbeeld. Dit lichaamsbeeld hangt niet alleen af van hoe ze zichzelf zien en hoe anderen hun zien, maar ook van hoe ze denken dat anderen hun zien. Dit kan een grote onzekerheid veroorzaken. De continuïteit kan verminderen.
Er zijn ook adolescenten die zelfverzekerder worden van de lichamelijke veranderingen. De thuissituatie heeft ook grote invloed op de psyche van de adolescent. Hoe wordt er thuis omgegaan met de veranderingen? Dit kan mede bepalen hoe een adolescent zichzelf ziet.

3. Verandering in seksueel gedrag.

In het seksuele gedrag van jongeren dat uiteindelijk leidt tot geslachtsgemeenschap zit een geleidelijke opbouw en duurt gemiddeld vier jaar. Adolescenten beginnen op steeds jongere leeftijd met seksuele relaties. Meisjes lopen hierbij voor op jongens.

Sekse:

Een makkelijk onderscheid tussen jongens en meisjes is te maken op biologische factoren. Jongens en meisjes verschillen van elkaar op lichamelijke kenmerken. Maar dus ook op het hormoon dat tijdens de adolescentie vrijkomt. Bij de jongens de testosteron en bij de meisje het oestrogeen hormoon.

Een minder makkelijk waarneembaar verschil is het verschil in hersenstructuur. Mannen hebben een groter brein dan vrouwen, maar vrouwen kunnen beter dingen onthouden. De hersenbalk is bij vrouwen groter, hierdoor kunnen de twee hersenhelften beter samenwerken. Hierdoor is de taal bij vrouwen beter ontwikkeld dan bij mannen. Mannen zijn beter in ruimtelijk inzicht, zij passen geen verbale methode toe bij het oplossen van wiskundige problemen en kunnen daarom abstracter denken.

Gender:

Gender is een ordeningsprincipe  in de maatschappij. We willen alles kunnen plaatsen in het hokje van een man of in het hokje van de vrouw. Dit is te zien aan het gebruik van symbolen en sociale instituties (zoals het leger). De maatschappij van tegenwoordig is nog behoorlijk traditioneel. Vrouwen zorgen over het algemeen meer voor de kinderen dan de man. Mannen werken veel al fulltime, waar vrouwen parttime werken en het huishouden op zich nemen.

Tegenwoordig zie je kleine verandering door de papa-dag en het verdelen van de huishoudelijke taken. Het onderwijs kan aan dit beeld van mannen en vrouwen ook veranderingen aanbrengen.

Het gevoel jongen of meisje te zijn behoort tot het identiteitsbesef. De ontdekking van het eigen geslachtsorgaan, sociaal leren en identificatie met belangrijke anderen komt al in het tweede levensjaar tot ontwikkeling Deze ontwikkeling wordt vergeleken met een codeerproces en de seksuele voorkeur ligt bij een persoon al voor het derde levensjaar vast.

Homo en biseksuele jongeren kunnen in een identiteitscrisis komen. De maatschappij is door de symbolen en sociale instituties gericht op de seksuele relaties tussen mannen en vrouwen. Vaak wordt het ook nog onwenselijk gevonden, waardoor de jongere hun seksuele voorkeur gaan verbergen of ontkennen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de persoonlijkheidsontwikkeling.

Wat niet benoemd wordt in deze theorie, maar zeker zo belangrijk is, is genderdysphorie.
Zoals we hebben kunnen lezen ontwikkelen kinderen vanaf hun tweede levensjaar het bewustzijn dat ze een jongen of meisje zijn. Bij genderdysphorie herkennen de kinderen de uiterlijke kenmerken van hun geslacht. Dit komt alleen niet overeen met hoe ze zich van binnen voelen.
Emma kan dit beter uitleggen. Zij is een meisje wat bij mij in de klas heeft gezeten. Een klein jaartje daarvoor is ze naar buiten getreden als meisje. Zij is dus geboren als jongetje. In het artikel wat Emma samen met haar moeder vorm heeft gegeven, wordt duidelijk uitgelegd hoe het hele proces is verlopen en hoe verwarrend het leven is geweest voor Emma voordat ze gezien werd als meisje. Tevens wordt duidelijk hoe belangrijk de thuissituatie is.
Dit verhaal heeft in de Mijn geheim gestaan (2015)