Micro-systeem

 

Het microsysteem

 

Bij dit eerste systeem gaat het over de invloed van contexten in iemands directe leefomgeving, gezin, school, vrienden en buurt. De interactie met deze omgevingsfactoren worden als heel persoonlijk ervaren. De omgeving is voor ieder persoon uniek. Hierdoor kan het voorkomen dat twee kinderen uit hetzelfde gezin een verschillend beeld van hun ouders hebben.

Kinderen in een gezin krijgen de waarden en normen van de ouders mee. Ze zijn afhankelijk van hun ouders in meerdere opzichten:

- materieel: kinderen hebben verzorging nodig, eten, drinken, kleding, etc.

- Emotioneel: Ouders zouden moeten voorzien in de behoefte aan veiligheid, liefde en warmte.

- Ideologisch: Ouders geven hun kinderen opvattingen mee over goed en kwaad. Wat hoort wel en wat hoort niet en over idealen. Kinderen nemen dit in eerste instantie van hun ouders over.

- Gedragsmatig: Kinderen nemen gedragspatronen over. Hoe ga je om met emoties en hoe los je conflicten op bijvoorbeeld. Wordt er in een gezin veel geschreeuwd, dan zullen kinderen dit gedrag overnemen.

 

De emotionele functie van het gezin bepaalt voor een groot deel de persoonlijkheidsontwikkeling. Het gevoel van zelfvertrouwen wat je al dan niet krijgt binnen het gezin heeft een grote invloed op de rest van je leven.

 

Tegenwoordig kunnen gezinnen in veel verschillende vormen voorkomen. Het belangrijkste voor het kind is dat de thuissituatie stabiel en veilig is. De kinderen hebben bevestiging en uitdagingen nodig om zich te kunnen ontwikkelen.

 

Naast de gezinssamenstelling is de opvoedstijl ook van invloed op welke waarden en normen een kind/adolescent ontwikkelt.

Er zijn vier verschillende opvoedstijlen te benoemen:

 

 

Deze visuele toelichting van de vier verschillende opvoedstijlen komt van de website van  http://dickvanderplas.nl/2016/01/15/ . Deze afbeelding geeft duidelijk weer hoe de opvoedstijlen zijn opgebouwd.

 

 

Responsiviteit geeft de mate aan waarin de ouders het opvoedgedrag afstemmen op de adolescent. Dit wil zeggen, warmte, steun en begrip geven.
Controle geeft aan in welke mate ouders eisen stellen aan en controle uitoefenen op het gedrag van de adolescent.

 

De verschillende opvoedstijlen kort toegelicht met de kenmerken van de adolescent die bij elke stijl hoort:

Autoritatieve opvoedstijl: Ook wel de democratische opvoedstijl genoemd.

Ouders zijn betrokken, bieden structuur, communiceren open en hanteren rechten en plichten.

Adolescenten zijn, onafhankelijk, hebben zelfvertrouwen, zijn sociaal bekwaam, hebben een verantwoordelijkheidsgevoel en groeien relatief gemakkelijk in de volwassen sociale rollen.

Autoritaire opvoedstijl:

Ouders zijn bestraffend, leggen regels op en hanteren veel plichten en weinig rechten.

Adolescenten hebben gebrekkige omgangsvaardigheden, een gebrek aan initiatief, een ondoelmatig sociaal functioneren en groeien traag in de sociale volwassen sociale rollen.

Permissief toegeeflijke opvoedstijl:

Ouders zijn betrokken en communiceren open.

Adolescenten hebben impulsief gedrag en kunnen zich moeilijk aan regels houden. Ze zijn onzelfstandig en hebben moeite met vrantwoordelijkheid nemen.

Permissief onverschillige opvoedstijl:

Ouders zijn afstandelijk en verwaarlozen de kinderen.

Adolescenten hebben een gebrek aan zelfcontrole en kunnen zeer agressief zijn.

 

 

Enzo Knol legt op zijn eigen manier in een vlog voor zijn volgers uit wat de echtscheiding van zijn ouders met hem heeft gedaan. Het is duidelijk dat hij zich een tijdlang niet veilig, zeker en thuis heeft gevoeld. De stabiele basis ontbrak (basic trust).